Academische dienstverlening en ondernemerschap, internationale samenwerking en maatschappelijke betrokkenheid zijn sterk verweven met het DNA van onze universiteit. Deze factoren maken de universiteit bij uitstek goed geplaatst om op een positieve manier te wegen op beleid. We willen het Vlaamse, Belgische, Europese en internationale debat voeden. Daarnaast koesteren en promoten we kunst en cultuur als een integraal onderdeel van onze organisatie. Want kennisvergaring, onderwijs, wetenschap en cultuur zijn geen eilanden los van de samenleving.
KU Leuven is meer dan een louter academische instelling. De universiteit is een motor voor maatschappelijke vooruitgang en innovatie, die kennis genereert en deze vertaalt naar praktische oplossingen voor de grote uitdagingen van vandaag.
KU Leuven staat in eigen land en internationaal bekend om haar grote impact op economie en samenleving. Deze impact wordt zichtbaar in de vertaling van ons wetenschappelijk onderzoek in de samenleving, in onze opleidingsrol voor studenten wereldwijd en in onze klinische zorg. De impact komt tot uiting in de sterke samenwerking en strategische partnerschappen met organisaties uit profit- en not-for-profit sectoren, met speerpuntclusters zoals Medvia/Flanders Bio, met de strategische onderzoekscentra imec, hetVlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), Flanders Make en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), met onderzoeksinstituten zoals Energyville en andere Vlaamse en federale kennisinstellingen.
Onze academische dienstverlening en maatschappelijke impact zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. KU Leuven is wereldwijd actief op het hoogste niveau in onderzoek en innovatie. Ze is nummer 1 in het Europese onderzoeksprogramma Horizon Europe qua financiering (namelijk 277 miljoen euro, hetgeen 9% van de totale onderzoeksfinanciering van onze universiteit is) en participatie (we nemen deel aan gemiddeld 600 Horizon Europe projecten per jaar, waarvan bijna de helft als coördinator), reikt meer dan 800 doctoraatsdiploma’s uit per jaar en publiceert jaarlijks meer dan 4.600 wetenschappelijke artikelen. Daarnaast is de interdisciplinaire KU Leuven denktank Metaforum een academische vrijplaats voor maatschappelijk debat, waar genuanceerde syntheses van thema’s worden gepubliceerd om publiek en beleidsmakers te informeren in hun beslissingen. De Dienst Fondsenwerving en Alumnirelaties (DFA) verbindt onze universitaire gemeenschap met vele schenkers en zorgt ervoor dat elke afstuderende KU Leuven-student er een netwerk van 300.000 professionals wereldwijd bij krijgt. Verder timmert de universiteit via KU Leuven Engage aan een duurzame dialoog met studenten en docenten rond diversiteit, duurzaamheid, service learning en andere vormen van sociaal engagement. Bovendien ondersteunt KU Leuven meer dan 150 actieve spin-offs, werden meer dan 160 patenten voor innovatieve technologieën goedgekeurd in 2023, sluit KU Leuven Research & Development (LRD) meer dan 4.500 onderzoekscontracten per jaar af en heeft onze universiteit intussen 21 KU Leuven Instituten opgericht. Ook in onderwijs is KU Leuven een voorloper op diverse vlakken, denken we maar aan de invoer van het mijlpaalsysteem, waarbij de studievoortgang van studenten mee bepaald wordt door afronden van een groep opleidingsonderdelen.
Toch zijn er uitdagingen die druk zetten op onze ambitie om onze maatschappelijke impact verder te vergroten, zoals de besparingen op Vlaams, federaal en Europees niveau en de internationale politieke crisissen met daarmee gepaard gaande druk op onze internationale samenwerkingen. Daarom moeten we actief onze schouders zetten onder concrete initiatieven.
- We zetten nog meer in op samenwerking met onze alumni, ook PhD en Postdoc alumni, die actief zijn binnen bedrijven, maatschappelijke organisaties of andere instellingen, om wetenschappelijke kennis sneller naar de praktijk te vertalen, en om middelen voor onderzoek te vrijwaren via deze samenwerkingen. In 2019 werd een alumni platform beschikbaar gesteld via KU Leuven Connect. We geven dit netwerk meer bekendheid binnen KU Leuven, zodat onderzoekers efficiënt alumni kunnen identificeren om samenwerkingen op te starten. Het blijft een uitdaging om jonge afgestudeerden warm te maken voor het KU Leuven Alumni beleid, en hier kunnen nog belangrijke stappen voorwaarts worden gezet. We laten ons inspireren door voorbeelden binnen bepaalde faculteiten waarbij alumni zich actief engageren om lezingen te geven, groepsreizen te organiseren en netwerkavonden open te stellen.
- Naast het alumnibeleid bekijken we hoe we bedrijven kunnen engageren om financieel te participeren in de aankoop en het onderhoud van apparatuur en/of gebouwen/leslokalen, geïnspireerd door voorbeelden uit het buitenland. Uiteraard dient de onafhankelijkheid van het onderwijs en van het onderzoek en de onderzoekers steeds gewaarborgd te blijven.
- We blijven inzetten op leerstoelen, schenkingen en legaten, omdat de expertise die we dankzij deze middelen verkrijgen cruciaal is voor het versterken van onze academische dienstverlening, ondernemerschap en maatschappelijke betrokkenheid. In 2024 ontving KU Leuven steun van maar liefst 12.318 schenkers, waarvan 26 procent alumni van KU Leuven en 6 procent uit ons eigen personeel. Dankzij deze bijdragen, die samen meer dan 23 miljoen euro opleverden, konden we talrijke projecten realiseren. Bijna 18 miljoen euro hiervan werd geïnvesteerd in gezondheidszorgonderzoek, terwijl ook fundamenteel onderzoek buiten de medische sector (2,7 miljoen euro), onderwijs (1,8 miljoen euro), erfgoed (342.000 euro) en internationale projecten (457.000 euro) aanzienlijke steun ontvingen. De instrumenten die hun meerwaarde aangetoond hebben in de biomedische sfeer kunnen inspiratie opleveren voor onze opdrachten in de twee andere wetenschapsgroepen.
- Op Vlaams en nationaal niveau leveren we inspanningen om beleidsmakers ervan te overtuigen meer begrotingsruimte te voorzien voor de financiering en omkadering van onderzoek en onderwijs. De overheid denkt momenteel na over een nieuw interuniversitair financieringsmodel, dat vermoedelijk zal landen in 2028-2029.
- Op Europees niveau gaan we, samen met onze partneruniversiteiten, sterk bepleiten om de budgetten voor academisch onderzoek te verhogen. Dit is noodzakelijk om onze Europese onderzoeks- en innovatiepositie te consolideren in de huidige snel veranderende wereld en ervoor te zorgen dat onderzoekers de middelen hebben om baanbrekend werk te blijven leveren en te valoriseren. De rol van sterke netwerken met een duidelijke focus, zoals de League of European Research Universities (LERU) of CESAER, is hierbij cruciaal. We bepleiten dat landen die zich schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen uitgesloten worden van structurele Europese financiering.
- We ondersteunen onze onderzoekers nog sterker bij het aanvragen van financiële middelen. We doen al veel inspanningen om onderzoekers te helpen met het aanvragen van bijvoorbeeld Horizon Europe projecten. We denken hierbij vooral aan het Global Seed Fund dat pilootprojecten financiert die een hefboom kunnen zijn voor grotere Horizon Europe projecten of de grant facilitators binnen de Dienst Onderzoekscoördinatie (DOC) die onderzoekers helpen bij het voorbereiden van hun onderzoeksaanvragen. Dit is een eerste stap, en een onderzoek naar de efficiëntie van deze initiatieven dringt zich op. Maar we kunnen wellicht meer doen om onze onderzoekers te helpen. Daarom moeten we becijferen hoeveel financiële middelen onderzoekers op jaarbasis uitbesteden aan externe partners in de aanloop naar en bij het schrijven en indienen van projectvoorstellen voor Europese financiering. Immers, indien projectaanvragen succesvol zijn, vragen dergelijke consultancy/management bedrijven vaak tot 10% van de projectmiddelen. We verwachten dat dit samengeteld een substantieel bedrag is wat uiteindelijk wegvloeit uit de universiteit. Dit bedrag kan in een grootteorde liggen die voldoende is om het Grant Facilitating Office binnen de DOC verder uit te bouwen.
- Vele faculteiten, departementen en onderzoeksgroepen zien het verband niet meer tussen de door hen geleverde prestaties (zoals studentenaantallen en onderzoeksoutput) en de daarvoor bekomen (financiële) erkenning. Een herberekening van de allocatie van de financiële middelen binnen de universiteit dringt zich dus op. Tegelijk zal een nieuwe (intergroeps)allocatie natuurlijk nooit ongenuanceerd toegepast kunnen worden en moet ze gezien worden als een kompas om de richting van ons beleid verder te sturen. De laatste intergroepsallocatie dateert van 2012 en sindsdien werden ook al enkele bijsturingen doorgevoerd. Een nieuwe analyse van de huidige situatie is essentieel om bestaffing en inspanningen beter op elkaar te laten afstemmen. Een universiteitsbestuur moet immers over de juiste informatie beschikken om een adequaat beleid te kunnen voeren. Hetzelfde allocatiemodel van 2012 opnieuw uitvoeren zou voorbijgaan aan het feit dat de universiteit sindsdien enorm is geëvolueerd. Er zijn sindsdien belangrijke aanpassingen gebeurd, zoals de integratie van de verschillende hogeschoolopleidingen, de ontwikkeling van meerdere kleine campussen, de introductie van groeipaden en strategische mandaten, de brede investeringen in het mentaal welzijn van onze studenten, en de bijkomende overheidsmiddelen om stijgende artsenquota op te vangen. Ook verwijzen we hierbij naar het toekomstige financieringsmodel van de Vlaamse regering, en hopen we op de hierboven vermelde extra middelen. Een nieuwe (intergroeps)allocatie dient geenszins om de inspanningen die elke medewerker, dienst, faculteit of departement levert, individueel af te rekenen. Bij deze oefening moeten we in elk geval rekening houden met de specifieke situatie van de geïntegreerde faculteiten, bijvoorbeeld op vlak van hun evolutie in onderzoekscultuur. Er is immers ongeveer een generatie nodig om een steady state te krijgen rond onderzoekscultuur in deze geïntegreerde opleidingen. Om verschillende redenen zal dit allesbehalve een eenvoudige oefening worden, maar dit betekent niet dat we deze uit de weg mogen gaan, of angst moeten hebben voor wat de uitkomst ons zal leren.
- We zetten kunst en culturele projecten verbonden aan het behoud van ons erfgoed, maar ook cultuur als studiedomein en deel van ons universitair openbaar leven, meer op de kaart. We ondersteunen mooie culturele initiatieven zoals het BAC ART LAB, waar kunst en wetenschap elkaar ontmoeten en ruimte bieden voor artistiek experiment, alsook het studiecentrum Alamire foundation rond polyfonie. De dienst Academisch en Historisch Patrimonium beheert niet enkel het kunstpatrimonium van KU Leuven, maar is ook verantwoordelijk voor het Universiteitsarchief en -erfgoed en de daarbij behorende wetenschappelijke collecties. Ook de Universiteitsbibliotheek organiseerde de voorbije vijftien jaar vele tentoonstellingen, gecureerd door professoren en medewerkers van KU Leuven. In samenwerking met de Stad Leuven, Museum M en Kunst Leuven droeg onze universiteit ook bij aan stadsfestivals zoals Utopia en het Knalfestival. Wekelijks repeteren ook meer dan 400 studenten bij de universitaire ensembles en treden ze regelmatig op in binnen- en buitenland, waardoor cultuur een integraal onderdeel is van onze universitaire gemeenschap. Het net opgerichte Vesaliusproject met het Vesaliusmuseum is een ander voorbeeld van de sterke aanwezigheid van kunst, cultuur en erfgoed aan onze universiteit. Deze initiatieven willen en moeten we absoluut blijven koesteren. We hebben een indrukwekkend universitair patrimonium waar we trots op mogen zijn en waarin we moeten blijven investeren. De legaten die KU Leuven ontvangt kunnen deels gebruikt worden om de hiervoor vereiste middelen toe te kennen.
- We zullen de banden tussen KU Leuven en UC Louvain verder versterken. De zusteruniversiteiten zullen in 2025-2026 al vier gezamenlijke opleidingen (joint programmes) hebben. Daarnaast worden ook in dit feestjaar de eredoctoraten samen uitgereikt en vieren we samen onze 600ste verjaardag. Samen opleidingen organiseren vereist in elk geval een meer structurele samenwerking. Enkel zo zorgen we voor een helder en uniform leertraject voor de studenten, en beperken we tegelijk de administratieve overlast die volgt uit dit soort initiatieven. Deze samenwerking moet dan ook verder uitgediept worden, ook op het vlak van onderzoek en duurzaamheid, maar met een duidelijke meerwaarde voor beide partijen. Dat binnen enkele jaren de campussen van KU Leuven en van UCLouvain in Brussel aan elkaar zullen grenzen, biedt ongeziene mogelijkheden om de positie van de Leuvense universiteiten in de Europese hoofdstad en de grootstedelijke context van Brussel te versterken.