KU Leuven moet blijven streven naar innoverend en excellerend onderwijs, onderzoek en dienstverlening, zonder toe te geven aan de toenemende druk van overprestatie. Kwaliteit en menselijkheid moeten hand in hand gaan.
Onze pijler onderwijs: Onderzoeksgedreven, effectief en efficiënt
Als onderwijsinstelling streeft KU Leuven naar een toekomstgericht, onderzoeksgedreven onderwijs. Ze profileert zich daarbij als een comprehensieve universiteit die toonaangevend wil zijn in, en het belang erkent van alle disciplines in de drie wetenschapsgroepen. Ze ondersteunt maximaal de door de faculteiten geïnitieerde innovaties in het onderwijsaanbod.
- We zetten in op efficiëntie, effectiviteit en rationalisering in ons onderwijs. We moeten de complexiteit van ons onderwijsaanbod durven reduceren en ons de vraag stellen hoe onderwijsopdrachten op een verantwoorde wijze beheersbaar kunnen houden. Als we de werkdruk onder controle willen houden zonder op kwaliteit in te boeten, dan moeten we het aantal opleidingsonderdelen dat we aanbieden durven beperken en de noodzaak van allerlei taken en opdrachten tegen het licht houden. Dit is in het voordeel van studenten, docenten, ondersteunend personeel en onderwijsdiensten. In sommige opleidingen kreunen studenten immers onder een inflatie aan opdrachten voor verschillende opleidingsonderdelen. Docenten voelen zich vaak onder druk gezet om heel uiteenlopende onderwijsvormen binnen verschillende opleidingsonderdelen aan te bieden. Door rationalisering kunnen we de schaarse middelen beter benutten en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren, zonder afbreuk te doen aan de doelen en kernwaarden van onze universiteit. Studietijdmetingen zijn hier zeker ook wenselijk. We bepleiten geen one size fits all voor alle faculteiten: een zekere diversiteit zal nodig zijn, naargelang de specifieke contexten van de faculteiten en opleidingen. We willen in deze hervorming ook ten volle het eigenaarschap van faculteiten en onderwijscommissies erkennen. We nodigen echter eenieder uit om te durven nadenken over de grote variatie in aanpak én in regelgeving binnen onze universiteit: al deze verschillende reglementen moeten immers onderhouden en toegepast worden. Dat vermindert niet enkel de transparantie voor studenten en docenten die steeds meer de grenzen van de eigen faculteit overschrijden, het creëert ook een grote hoeveelheid werk die we kunnen vermijden door zaken meer eenvormig aan te pakken.
- De universiteit moet onderwijstaken ten volle waarderen, ook in het bevorderingsbeleid, en initiatieven nemen om de kwaliteit van het onderwijs beter te meten, te bewaken en te verhogen waar nodig. We integreren bij het meten en evalueren van kwaliteit van onderwijs naast inhoudelijke thema’s ook maatschappelijke aspecten zoals duurzaamheid of sociaal engagement. Dat laatste willen we verder stimuleren in de vorm van service learning, een leervorm die academisch leren combineert met maatschappelijke dienstverlening, en waarbij studenten reflecteren over hun ervaringen om zowel persoonlijk als professioneel te groeien. We stellen ‘high expectation learning’ voorop, waarbij lesgevers motiverend werken om alle studenten aan te zetten hun individueel potentieel ten volle te benutten. Hiervoor moeten we een onderwijsomgeving creëren die bouwt op vertrouwen, die motiveert, en die leidt tot werkattitudes die onderwijskwaliteit voorop stellen. We onderzoeken hoe we onderwijsexcellentie nog meer kunnen erkennen in het takenpakket van het ZAP. In dezelfde lijn bekijken we hoe we de COBRA kwaliteitsborging – en in het bijzonder de structurele betrokkenheid van het afnemend werkveld, alumni en internationale experts bij de evaluatie van ons onderwijs – kunnen versterken en breder verankeren, zodat we als universiteit geloofwaardig en toekomstgericht voorbereid zijn op de volgende instellingsreview.
- We werken aan een meer inclusief onderwijsbeleid. We geven vertegenwoordigers van facultaire onderwijsdiensten een krachtiger stem in het onderwijsbeleid door bijvoorbeeld één vertegenwoordiger van een kleine faculteit, één van een middelgrote en één van een grote faculteit uit te nodigen om te zetelen in de Onderwijsraad. De Onderwijsraad en het bureau zijn essentieel om ideeën en adviezen voor het Gebu en de Academische Raad te formuleren. Initiatieven vanuit de basis, namelijk de faculteiten, raken sneller tot in de Onderwijsraad als ook de vertegenwoordiging van de facultaire onderwijsondersteuners mee aan tafel zit, gezien hun nauwe betrokkenheid bij de ontwikkeling, ondersteuning en kwaliteitsborging van het onderwijs.
- We waken erover dat goede docentenevaluaties evenwaardig worden meegenomen in beoordelingen en bevorderingen. Ook zullen we de vier dimensies binnen het nieuwe waarderingskader, dat recent ingevoerd werd voor ZAP/OP3 evaluaties, in zijn volledigheid bekijken en evalueren, en vice-decanen onderwijs nog beter betrekken in deze processen. Onderwijs wordt nog al te vaak als een ondergeschikte taak gezien door docenten, omdat de perceptie heerst dat onderzoeksoutput bij evaluaties meer naar waarde wordt geschat. Hoewel onderwijsinspanningen wel degelijk meegenomen worden in ZAP/OP3-evaluaties, zijn er nog steeds docenten die een mindere of negatieve evaluatie naast zich neerleggen. Dit is niet alleen frustrerend voor hun studenten maar ook voor hun collega’s en het ATP en ABAP die dit onderwijs mee vorm geven. We geven Permanente Onderwijscommissies (POCs), faculteiten en departementen de tools om in te grijpen wanneer docenten herhaaldelijk negatief geëvalueerd worden op onderwijs. We integreren dit in het nieuwe ZAP-evaluatiekader dat vorig jaar werd goedgekeurd en dit academiejaar werd uitgerold.
- We willen innovatieve leeromgevingen verder integreren in elk curriculum. Een moderne universiteit vereist een blending van fysieke en digitale leermethodes. Niet alle onderwijsmomenten moeten georganiseerd worden met fysieke aanwezigheid van zowel docent als student. We willen die blending zo kwaliteitsvol mogelijk maken door de mogelijkheden van onze leerplatformen zo goed mogelijk bekend te maken en onze docenten de nodige opleiding te verschaffen om kwaliteitsvol blended onderwijs te verzorgen. We moeten ervoor zorgen dat niet alleen startende ZAP deze zaken aangeleerd krijgen, maar dat ook collega’s die langer in dienst zijn zich kunnen bijscholen. We willen onderwijsinnovaties verankeren wanneer hun concrete meerwaarde werd aangetoond. Zijn we bijvoorbeeld zeker dat (intensief begeleid) groepswerk steeds een meerwaarde biedt? Zijn we, in het algemeen, overtuigd dat de werkvorm er zoveel toe doet? Moet de docent richtinggevend, faciliterend of activerend werken? Kan AI hierbij een meerwaarde leveren? Deze omslag willen we de nodige tijd geven. Want als goede intenties uiteindelijk opnieuw resulteren in oplopende werkdruk, dan komt de kwaliteit van ons onderwijs bijkomend onder druk.
- We stimuleren on campus onderwijs, maar vanuit het inclusive classroom-principe stellen we online onderwijs ter beschikking voor bepaalde studentengroepen. On campus onderwijs als basisprincipe is belangrijk voor het mentaal welzijn van studenten en docenten. Onderzoek (zowel in Groningen als in Antwerpen) heeft aangetoond dat sociale interactie de verwerking van leerstof door studenten bevordert. We stellen de visie bij rond het gebruik van lesopnames en pleiten ervoor lesopnames steeds kortstondig ter beschikking te stellen, tenzij dit een te grote weerslag heeft op de aanwezigheid in de aula’s. Opnames blijven natuurlijk langer beschikbaar voor studenten die wegens bijvoorbeeld ziekte afwezig zijn. Tegelijk is het absoluut te mijden dat studenten massaal thuis of op hun kot blijven omdat er opnames beschikbaar zijn. Hier dient dus naar het juiste evenwicht gezocht te worden. De optimale oplossing zal wellicht afhankelijk zijn van de werkvormen en de plaats van het opleidingsonderdeel in het curriculum. Bij de zoektocht naar een evenwicht dienen we ook aandacht te besteden aan het creëren van voldoende meerwaarde voor de studenten die fysiek aanwezig zijn door stimulatie van een variatie aan interactievormen. Het integreren van kleine oefeningen in hoorcolleges of van vraag en antwoord sessies kunnen hier bijvoorbeeld helpen. Aanwezig zijn tijdens de les moet altijd een meerwaarde hebben.
- Elke student en docent moet opgeleid worden in de basisbeginselen, toepassingsmogelijkheden en uitdagingen van (generatieve) artificiële intelligentie (AI). AI en in het bijzonder GenAI en de verwachte toekomstige evoluties zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij en dus ook niet uit onze universiteit. We moeten bestuderen hoe we op de juiste manier integreren in ons onderwijs, hoe studenten en docenten het gebruik van (Gen)AI evalueren, welke aanpassingen in het onderwijs nodig zijn en hoe we de impact van GenAI kunnen meten. Dergelijke opleidingen, modules of bootcamps in AI-geletterdheid – die georganiseerd kunnen worden met docenten en studenten samen – kunnen centraal of (inter)facultair uitgewerkt worden. Op termijn kunnen die opleidingen ook door docenten in samenwerking met studenten zelf gegeven worden, en mogelijk verankerd worden in de reguliere onderwijsprogramma’s. Vandaag is de ondersteuning door KU Leuven Learning Lab voor de ontwikkeling van AI-geletterdheid begrijpelijkerwijze erg beperkt. We moeten hoogdringend bekijken hoe we dit aanbod kunnen opschalen, om te voorkomen dat faculteiten zich gedwongen voelen dit zelf te moeten uitwerken. In de opleiding van docenten kunnen we een track “AI geletterdheid” toevoegen, en deze docenten kunnen deze opleiding ook integreren in hun onderwijsportfolio in functie van hun bevordering. Voor studenten kunnen we een leerpad AI integreren in bepaalde basisvakken, met zowel aandacht voor inhoudelijke kennis als voor vaardigheden.
- Internationale ervaring moet een essentieel onderdeel zijn van ons onderwijs. We blijven een groot belang toekennen aan taalverwerving en uitwisseling via onder meer het programma Erasmus+, en breiden, bij voorkeur via onze bestaande netwerken, samenwerkingsprojecten met andere universiteiten uit, daar waar het nuttig is voor onze studenten en docenten. Aandacht voor diversiteit, duurzaamheid en draagkracht staat hierbij centraal. Zo kunnen nieuwe engagementen voor gezamenlijke opleidingen binnen de alliantie Una Europa pas aangegaan worden wanneer daarover een akkoord is met de betrokken faculteiten en wanneer daar de nodige ruimte en middelen voor beschikbaar zijn. Tegelijkertijd vinden we het net in de huidige geopolitieke context van groot belang om internationale ervaringen te stimuleren. Internationalisering vormt niet enkel wereldburgers, maar helpt ook om de druk op lokale stageplaatsen te verlichten. We zetten in op internationalisering at home door interculturele thema’s te behandelen in onze curricula.
- In onze masteropleidingen ondersteunen we de faculteiten om de decretaal beschikbare ruimte voor anderstalige opleidingen maximaal te benutten. Hiervoor zijn collectieve collegiale inspanningen nodig vanuit de VLIR. Tevens vraag het van een rector ook de nodige inspanningen op het politieke forum en in het overleg met de Vlaamse regering.
Onze pijler onderzoek: Grensverleggend, interdisciplinair en transdisciplinair
Het onderzoek aan KU Leuven staat op een zeer hoog niveau. We zijn wereldautoriteit in diverse domeinen, en er is een naar Europese maatstaven bovengemiddelde doorstroming van onderzoeksresultaten naar praktische toepassingen (met de bijhorende valorisatie). We zijn herhaaldelijk erkend als de meest innovatieve universiteit buiten de Verenigde Staten, UZ Leuven staat 40ste op de wereldranking van de ziekenhuizen (zoals opgesteld door het Amerikaanse magazine Newsweek en het dataplatform Statista) en KU Leuven staat op plaats 43 in de Times Higher Education World University Rankings en op plaats 42 in de Clarivate ranking die in kaart brengt welke universiteiten het meest bijdragen aan de patenten van de Top 100 Global Innovators.
Om deze positie te consolideren en zo mogelijk verder te verbeteren is een doordachte aanpak nodig. Dit internationaal aanzien is een zeer belangrijk deel van ons maatschappelijk kapitaal: het maakt dat we een interessante partner zijn voor bedrijven, dat internationale studenten aan KU Leuven willen studeren en dat buitenlandse collega’s dikwijls een positie aan onze universiteit verkiezen. Kortom, het maakt het boeiend en voldoening gevend om deel te zijn van KU Leuven. Het is dus van het allergrootste belang dat we onze onderzoeksreputatie hoog houden.
- We moeten sterker durven inzetten op blue sky, high risk/high gain onderzoek indien we in en buiten Europa concurrentieel willen blijven. Dit betekent ruimte geven aan fundamenteel basisonderzoek, gefinancierd via middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF), zodat onderzoekers vrij kunnen blijven experimenteren in potentieel baanbrekend onderzoek. Dit basisonderzoek is essentieel als instroom van een innovatiepijplijn, die vertrekt van fundamenteel onderzoek, over strategisch en toegepast onderzoek tot valorisatie. Dit was onder meer één van de suggesties die uit de Instellingsreview Onderzoek in 2024 naar voren is gekomen. Binnen de groep Humane Wetenschappen bestaat reeds vele jaren een pioniersprijs voor onderzoekers met innovatieve ideeën die een nieuw onderzoekspad openen. Dergelijke stimulansen zouden breder kunnen geïmplementeerd worden.
- We opereren in een samenleving die in toenemende mate belang hecht aan zichtbare impact en innovatie uit wetenschappelijk onderzoek. Innovatie en impact verlopen lang niet alleen via patenten, spin-offs en licenties. Ze nemen vele vormen aan en worden gevoed vanuit alle disciplines. Wetenschappelijk onderzoek kan op zovele manieren maatschappelijke relevantie opleveren, bijvoorbeeld door voeding van het publieke debat, in de vorm van ethische perspectieven op morele dilemma’s of via beleidsadviezen rond volksgezondheid, sociale zekerheid, kunst en cultuur, duurzaamheid en duurzaam consumentengedrag of bescherming van werknemers. Het kan leiden tot oplossingen die ervoor zorgen dat specifieke doelgroepen beter bereikt worden. We willen maatschappelijk relevant onderzoek een volwaardige rol geven in het innovatiebeleid en volwaardig erkennen in de bijhorende evaluatiecriteria. Vanuit deze voorbeeldfunctie moeten we ervoor pleiten dat dit ook zo wordt doorgevoerd in Vlaamse, Belgische en Europese financieringskanalen. Onderzoekers of onderzoeksgroepen die hoogstaand kwalitatief onderzoek met de grootst aantoonbare maatschappelijke impact of relevantie voor het publiek debat kunnen aantonen, worden binnen de groep humane wetenschappen erkend met een jaarlijkse Maatschappijprijs. Dergelijke initiatieven geven erkenning en motivatie aan onze onderzoekers. We drijven de ondersteuning aan onderzoekers rond wetenschapscommunicatie op, waarbij we in samenspraak met de Dienst Pers en Beleidscommunicatie en de Dienst Marketing en Communicatie onderzoeken hoe zij meer visibiliteit kunnen krijgen en meer op het maatschappelijke debat kunnen wegen.
- We treden in debat met Vlaamse en Europese beleidsmakers over hoe onderzoeksmiddelen op een haalbare manier beschikbaar kunnen gemaakt worden voor onderzoekers, en over hoe we deze middelen best inzetten (ondersteunen van grotere projecten of meerdere kleine projecten, genereren van hogere slaagkansen, afbouw van de administratieve overlast). Zeker de slaagkansen voor Europese financiering zoals European Research Council (ERC) en European Innovation Council (EIC) blijven laag, en dit, samen met de hoge administratieve belasting, ontmoedigt veel onderzoekers hieraan deel te nemen. We moeten ook de boodschap geven dat de slaagkansen bij het aanvragen van bijvoorbeeld een ERC Grant aan KU Leuven beduidend hoger zijn dan aan vele andere instellingen, vooral vanwege de kwaliteit van onze onderzoekers en de uitstekende begeleiding die onze universiteit biedt.
- We vereenvoudigen het aanbod en de procedures voor de evaluatie van interne fondsen, zoals aanbevolen door de Instellingsreview Onderzoek in 2024. Initiatieven zoals basisfinanciering die ingevoerd zijn aan andere universiteiten dienen nauw opgevolgd en becijferd te worden inzake hun kosten-efficiëntie, vooraleer deze in te voeren aan KU Leuven. De startfinanciering voor nieuw ZAP dient absoluut behouden te blijven.
- We moeten strategisch blijven inzetten op interne ondersteuning bij aanvragen van financiering. We bevorderen naast disciplinaire excellentie ook interdisciplinariteit en team science om expertise over de departementen, faculteiten en groepen heen bij elkaar te brengen, zoals gebeurt in onze KU Leuven Instituten. Dat doen we niet alleen om de kwaliteit van ons onderzoek te verhogen, maar ook om onderzoek toegankelijker en maatschappelijk relevanter te maken. Onze onderzoeksvisie moet minder gericht zijn op persoonlijke (over)prestaties en een me myself and I-visie, maar meer de nadruk leggen op samenwerking en een constructieve inhoudelijke wetenschappelijke dialoog. Tegelijk kan het niet de bedoeling zijn dat individuele inspanningen en kwaliteiten er niet toe doen. Wetenschappers functioneren in een ecosysteem waarin zowel grote, interdisciplinaire teams als kleinere groepen een plaats moeten krijgen. Het zou jammer zijn dat eminente onderzoekers kansen missen omdat potentiële samenwerkingen over de grenzen van departementen en faculteiten heen onvoldoende werden geëxploreerd.
- Er dient geïnvesteerd te worden in een betere ondersteuning van wetenschappelijke infrastructuur en onze kernfaciliteiten. Waar overlappende expertise bestaat met andere kernfaciliteiten (zoals bijvoorbeeld bij de VIB kernfaciliteiten) dient integratie en een gemeenschappelijk model uitgewerkt te worden. Kernfaciliteiten in het algemeen vormen immers een belangrijke troef voor KU Leuven. Ze bundelen state of the artonderzoeksinfrastructuur, databanken en archieven en leveren specifieke expertise aan onderzoekers. Kernfaciliteiten die erkend worden door KU Leuven krijgen een beperkte incubatiefinanciering maar hebbendikwijls moeite om op langere termijn zelfbedruipend te worden. We willen de ondersteuning van onze kernfaciliteiten opwaarderen, naar analogie van wat er in onze buurlanden gebeurt.
- Inzake digitale innovaties moet KU Leuven nog meer inzetten op onderzoek naar het ethisch verantwoord, nuttig, duurzaam en veilig gebruik van AI. Diverse onderzoeksgroepen binnen KU Leuven, zoals het Leuven AI Instituut, en VIB.AI, zijn bijzonder goed geplaatst om een acceleratie van het gebruik van AI in onderzoek maar ook in onderwijs daadwerkelijk te implementeren. We zijn ervan overtuigd dat een op onderzoek gesteunde implementatie van AI efficiëntiewinsten kan boeken en hiermee mogelijks de werkdruk en administratieve overlast deels kan verminderen. We moeten zicht krijgen op welke AI tools echt nuttig zijn en helpen. Het automatisch laten genereren van eerste versies van verslagen van vergaderingen is een voorbeeld. Voor haar personeel heeft KU Leuven een afspraak met Microsoft voor het veilig gebruik van Co-Pilot, waarbij personeelsleden deze tool gratis kunnen gebruiken en gegevens niet met het brede publiek gedeeld worden. Deze oplossing kan al gebruikt worden voor eenvoudige use-cases. Maar ook open source modellen of gebruik maken van onze eigen infrastructuur kan overwogen worden. Dit alles met als doel voor iedereen, ook voor onze studenten, langetermijnoplossingen te kunnen aanbieden. We blijven ons actief inzetten voor de Vlaamse Supercomputer Infrastructuur binnen Tier-1 en Tier-2. De nieuwe Tier-1 zal een aanzienlijke toename in GPU-cores bieden om AI-modeltraining te ondersteunen. Ons uitstekende team bij KU Leuven ICTS, dat de Tier-2-infrastructuur beheert, krijgt blijvende ondersteuning om Tier-1 aan te vullen met diensten op maat voor onze onderzoekers en onderwijsteams, en om de integratie van supercomputing met actief databeheer binnen ons ManGO-platform te faciliteren.
Onze pijler dienstverlening: Wat doen we terug voor de maatschappij?
KU Leuven heeft een grote maatschappelijke impact, onder meer via de duizenden afstuderende jongeren die elk jaar opnieuw goed opgeleid de arbeidsmarkt betreden, via excellente gezondheidszorg in de universitaire ziekenhuizen, via maatschappelijk waardevolle publicaties en debatten en via de vele publieke activiteiten op de verschillende campussen.Met meer dan 150 spin-offs, goed voor bijna 7.000 directe jobs, en samenwerkingen in de wetenschapsparken en incubatoren, levert de universiteit een belangrijke economische meerwaarde aan de samenleving. Venture capital initiatieven, business angels en andere investeerders in de Leuvense biotoop zoals KU Leuven Kick, Startit@KBC, Capricorn Digital Growth Fund, Gemma Frisius Fund en imec.istart bieden ruimte voor jong ondernemerschap en innovatie. Dankzij LRD, DOC, onze Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) managers en zovele anderen kunnen we deze maatschappelijke dienstverlening waarmaken.
- We hebben als universiteit een maatschappelijke opdracht om onze kennis en inzichten dichter bij de burger te brengen. We zullen daarom samen met de stad Leuven bekijken of initiatieven zoals de 600-seconden lezingen die tijdens het Leuven Inside weekend zeer succesvol waren, met een zekere regelmaat kunnen worden herhaald, geïnspireerd door initiatieven zoals de Universiteit van Vlaanderen. Ook wetenschapscafés waarbij onze professoren in Leuven of op de campussen in discussie gaan met burgers en Burgerwetenschap Projectenzoals de Gezondheidspas waaraan meer dan 1.000 individuen deelnamen tijdens het openingsweekend van 600 jaar KU Leuven, zijn mooie voorbeelden van hoe wij de universiteit dichter bij de stad en regio Leuven en zijn burgers kunnen brengen. Een voorbeeld waar innovatie komende uit onze universiteit en de burger elkaar vinden, is het Vesalius belevingscentrum dat in het teken zal staan van wetenschappelijk onderzoek, zorg en samenleving. We moedigen onderzoekers met expertise aan om in de media en het maatschappelijk debat aanwezig te zijn, om zo onze kennis met een breed publiek te delen.
- Nieuwe technologieën zoals (Gen)AI kunnen nog meer ingezet worden om impact te creëren in het maatschappelijk debat. Dat kan op veel manieren. Zo dient beleidsrelevant onderzoek en expertise van onze medewerkers zich te vertalen naar maatschappelijke doelen (bijvoorbeeld de uitwerking van klimaatbeleid gesuggereerd door het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC). We moeten daarenboven op een efficiënte en regelluwe manier AI-ontwikkelingen, AI-gestuurde algoritmes en predictiemodellen implementeren in de dagelijkse operationele activiteiten van de universiteit en het ziekenhuis.
- We stimuleren het optimaal inzetten van de 40 IOF-valorisatiemanagers die de Associatie KU Leuven op dit moment rijk is. In tandem met KU Leuven R&D, de onderzoeksconsortia die hun thuisbasis vormen, maar ook de ganse universitaire gemeenschap dragen hun valorisatie-inspanningen ertoe bij dat onze universiteit bij de meest innovatieve van Europa hoort. Binnen de budgettaire beperkingen van het IOF-kanaal streven we ernaar dat hun waardevol werk een bredere groep van onderzoekers en de universiteit ten goede komt. IOF-managers kunnen best niet alleen actief zijn binnen het specifieke valorisatieprogramma waarop zij benoemd zijn, maar ook deels daarbuiten.
- Een universiteit heeft de taak om in de samenleving een intellectueel baken te zijn. We bestuderen dikwijls thema’s die maatschappelijk soms erg gevoelig liggen: dat kan gaan van internationale conflicten (zoals Gaza, Ethiopië of Oost-Congo) over het toepassen van nieuwe technologie in de geneeskunde (mRNA) of de landbouw (ggo’s) tot aspecten van het genderbeleid. Wetenschappers kunnen zich niet tevreden stellen met enkel onderzoek: zij hebben ook de taak om, ook als het gaat over moeilijke, controversiële thema’s, die kennis actief met de samenleving te delen. Meer nog, ze hebben ook een taak als poortwachter: ze dienen er mede over te waken dat het maatschappelijk debat correct gevoerd wordt en dat feitelijke waarheden niet achterwege gelaten of verdraaid worden. Niet elke individuele onderzoeker aan KU Leuven moet deelnemen aan het maatschappelijke debat maar als instelling moeten we er wel over waken dat we in alle domeinen onze stem laten horen. We willen daarom iedereen hierin sterker aanmoedigen en ondersteunen.